donderdag 9 april 2015

De staat moet niet voor bank spelen – een opinie in acht drogredenen



Een goed commentaar schrijven voor een gerenommeerde krant is moeilijk - zeker als het een krant is die zich positioneert als "slijpsteen voor de geest" en die een jaar of dertig geleden eens verkondigde dat de opiniepagina de plaats was waar meningen botsten, maar het redactioneel commentaar de juiste mening weergaf.
De schrijver van het commentaar dat op 4 april in NRC-Handelsblad verscheen onder de kop "De staat stelt de regels, maar moet niet voor bank spelen" heeft die moeilijke taak op bewonderenswaardige wijze volbracht. Weliswaar verscheen het een paar dagen te laat, maar de combinatie van serieuze vorm en volstrekt mallotige inhoud maakt het een waardige 1-aprilgrap - geheel in de traditie van die grap uit de jaren tachtig.


Nu is het natuurlijk zo dat je een goede grap niet beter maakt door hem uit te leggen, maar juist op 1 april is het gebruikelijk om de gefopte er na enige tijd op te wijzen dat hij het slachtoffer is geworden van misleiding. Dat gebeurt meestal door de grappenmaker zelf, maar soms is er iemand die hem voor is. Een spelbreker, dat is waar, maar in dit geval wil ik het risico wel lopen dat te zijn. Ik vrees namelijk dat de schrijver van het commentaar zelf niet meer van plan is zijn daad te onthullen - zo hij al in de gaten heeft hoe krom zijn redeneringen zijn.

  • De overheid kreeg de aandelen ABN Amro (...) in 2008 niet in handen omdat er een politiek verlangen was naar een grotere rol van de overheid in de economie. Inderdaad. Althans, geen breed gedeeld verlangen. Maar als dat verlangen er nu wel is, is daar niets op tegen. Veranderde maatschappelijke inzichten mogen -nee, moeten- een vertaling in politieke wil vinden. En overigens: je kunt willen dat de overheid een bank bezit, zonder te vinden dat de overheid daarmee een grotere rol in de economie moet spelen. Je kunt dat ook willen omdat je vindt dat de overheid de taak heeft te voorzien in een goed functionerende en voor iedereen toegankelijke financiële infrastructuur.
  • Het was toen de bedoeling om, als de financiële markten gekalmeerd waren en als de bankenwereld voldoende reserves had aangelegd, de aandelen van ABN Amro door te verkopen. Wederom: dat was toen, de tijd heeft niet stilgestaan, dus waarom zou je er nu anders over denken. Maar ook: is eigenlijk wel aan beide voorwaarden voldaan? Er zijn nogal wat beschouwers van de financiële markten en de bankenwereld die menen dat de volgende crisis voor de deur staat. Misschien is het dan wel verstandig nu een bank in handen te houden die je dan weer zou moeten redden - tenzij je speculeert op een stevige waardedaling.
  • De overheid is immers niet de vanzelfsprekende partij die diensten producten moet verkopen die het particuliere bedrijfsleven zeker zo goed, en waarschijnlijk beter, kan aanbieden. Niet vanzelfsprekend, nee. Maar je kunt er wel voor kiezen. Omdat je vindt dat bepaalde diensten of producten behoren tot de zodanig vitale infrastructuur van de samenleving, dat je het bieden en de kwaliteitsborging direct in handen van de overheid wilt leggen. Denk aan dijken, waterwerken, wegen. Of omdat je wilt voorkomen dat de betreffende diensten en producten alleen nog maar geboden worden door bedrijven die geen enkele binding met je eigen samenleving hebben, met alle risico's van dien. Denk aan de voorgenomen overname van KPN door Slim. Of, in dit geval niet onbelangrijk, omdat je constateert dat het particuliere bedrijfsleven het helemaal niet "zeker zo goed, zo niet beter" doet. Omdat het uit bedrijfseconomische overwegingen producten of diensten niet meer (overal / aan iedereen) aanbiedt - denk aan kantoren, geldautomaten, MKB-kredieten. Omdat het uit bedrijfseconomische overwegingen producten of diensten aanbiedt tegen zodanige kosten dat ze niet meer voor iedereen toegankelijk zijn, of dat de vitale infrastructuur geen level playing field meer biedt. Of omdat je ziet dat het particuliere bedrijfsleven de vitale producten en diensten alleen maar aanbiedt in combinatie met zodanig risicovolle activiteiten dat de continuïteit niet geborgd kan worden.
    En trouwens: eigenaar van een bank zijn is iets anders dan bank zijn (laat staan "spelen", maar die valse toon zullen we maar op het conto van de koppenmaker schrijven). De staat is eigenaar van diverse bedrijven -denk DND, denk NS- en bemoeit zich slechts in beperkte mate met de bedrijfsvoering van en de dienstverlening door die bedrijven. En voor zover die bedrijven in staatshanden tekortschieten in de kwaliteit van de geleverde producten en diensten, is er geen reden dat toe te schrijven aan de staatsinvloed.
  • De Postbank is niet voor niets in 1989 gefuseerd met de toenmalige NMB. Zeker, niet voor niets. Maar de Postbank (daarvoor de Postgiro) was wel eerst geprivatiseerd. En dus golden bij die fusie (ook) overwegingen die niet gegolden zouden hebben (of zouden hoeven hebben) als ze in staatshanden was geweest.
  • Sterke, veelzijdige banken zijn onmisbaar voor de financiering van bedrijven en burgers. Dat kan zo zijn. Maar is er een sterkere bank denkbaar dan de bank die een beroep kan doen op de diepe zakken van de overheid? Betekent het dat er geen veelzijdige banken meer zijn als een van de banken in overheidshanden is, en zich beperkt tot het bieden van betalingsverkeer en rechttoe rechtaan spaar- en kredietprodukten?
  • De financiële wereld probeert dat (het wantrouwen in particuliere banken) te bestrijden. Nou, succes daarmee. Tegenover de bankierseed staat het voortdurende graaigedrag van de top, en het goedpraten daarvan door de toezichthouders. Daar zouden we in elk geval bij een bank een eind aan kunnen maken door de overheid niet alleen eigenaar te laten blijven, maar de medewerkers ook de ambtenarenstatus te geven. Dan zijn we snel af van de zakkenvullers, en het levert voor degenen die het echte werk doen waarschijnlijk geen verslechtering van hun positie op.
  • Strengere regels maken staatsbanken onnodig. Afgezien van het feit dat de commentaarschrijver hier in de val van de risico-regelreflex valt: regels doen vooral iets in combinatie met handhaving. Dan kunnen ze ertoe leiden dat de meeste mensen zich gedragen zoals gewenst - maar er zullen er ook altijd zijn die zich er niet aan houden. Regels plus strenge handhaving kunnen dat aantal verminderen, maar leiden al gauw tot bureaucratie, Kafkaëske situaties, verstikking. Net niet wat je wilt in een economisch vitale sector.
  • Er zijn zoveel slimmere manieren om gewenst gedrag tot stand te brengen. Zelf het goede voorbeeld geven, is er een van. De staat kan dat voor banken, als ze zelf (eigenaar van) een bank is. En als dat niet werkt, kan ze in elk geval vitale producten en diensten blijven leveren als de particuliere banken zich op lucratiever bezigheden richten. Of omvallen. Ze zijn dan in elk geval nooit too important to fail.


woensdag 8 april 2015

Seksuele zelfbeschikking



Het komt natuurlijk wel eens vaker voor dat de politiek dingen wil die volgens sommigen criminogeen zijn, maar dat er bijna Kamerbreed steun is voor een maatregel die met zekerheid en heel direct tot meer criminaliteit zal leiden – dat is toch niet gebruikelijk. Een jaar of tien geleden gebeurde dat toch. Ik schreef er een column over die bleef liggen, maar aardig vooruitziend bleek. En nu het weer zomer wordt, is de laatste zin ook weer helemaal actueel. Dus ….

Van links tot rechts buitelden Kamerleden over elkaar om zich uit te spreken voor strafbaarstelling van seks met dieren. Dat wordt echt interessant. Niet zozeer omdat elke strafbaarstelling die aan het al bestaande arsenaal wordt toegevoegd noodzakelijkerwijs leidt tot meer criminaliteit – tenzij het gaat om iets wat toch al nooit gebeurde, maar dan is er pas echt sprake van symboolwetgeving. Nee, het echt belangrijke punt hier is dat het om een muisje gaat met een bijzonder goed ontwikkelde staart.

Wat is immers het geval. De argumentatie om seks met dieren strafbaar te willen stellen is niet dat sodomie iets onzedelijks is, en zelfs niet dat het het dier fysiek leed berokkent. Zoals al diverse nuchtere waarnemers hebben opgemerkt zou bij konijnen, kippen en mieren weliswaar al snel sprake zijn van (ernstige) verwonding –mogelijk zelfs leidend tot de dood– en dus zeker van leed, maar zal de gemiddelde koe of merrie zelfs van een uitzonderlijk zwaar geschapen man niet veel meer ervaren dan van een lastige vlieg. Het uiteindelijke argument is dan ook dat “verkrachting van een dier” een inbreuk is op het recht op zelfbeschikking van dat dier (het werd niet zo gezegd, maar dat is wel wat je bedoelt als je spreekt over “tegen hun wil”). Nu wil ik best aannemen dat dieren een eigen wil hebben, maar tot nog toe speelde dat in het (straf)recht geen rol. Artikel 350, waarvan lid 2 luidt “Gelijke straf (gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar of geldboete van de vierde categorie) wordt toegepast op hem die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt”, staat in Titel XXVII van het Wetboek van Strafrecht – dus onder het kopje “Vernieling of beschadiging van goederen”. Natuurlijk, veel bijzondere wetgeving die het “beschadigen” van dieren strafbaar stelt is gebaseerd op de gedachte dat het moreel onjuist is om dieren leed te berokkenen – maar het erkennen dat dieren pijn kunnen voelen is wel wat anders dan het aan die dieren toekennen van een wil.
De consequentie van dat laatste ligt immers voor de hand. Als dieren een wil hebben, moeten we ons een groot aantal vragen gaan stellen. Laten dieren zich vrijwillig gebruiken, bijvoorbeeld als last- of trekdier? Een paard mag er dan niet al te veel last van hebben dat het een ruiter draagt – maar weten we zeker dat het niet liever in de wei zou staan? Staat de koe ons vrijwillig haar melk af? Wil ze eigenlijk wel voortdurend met van die gevulde uiers lopen? Hoe zit het met het doden van dieren om hun vlees te kunnen eten? We doen dat wel pijnloos, maar is het lam werkelijk ineens willoos als het zich naar de slachtbank laat leiden? En als dieren een wil hebben – is het in eigendom hebben van een dier dan geen tussensoortelijke slavernij?

Er zijn ongetwijfeld heel wat mensen die vinden dat deze vragen beantwoord moeten worden vanuit een antropomorf beeld van het dier, en die het zouden toejuichen als het slachten en anderszins misbruiken van dieren verboden zou worden. Het is zelfs mogelijk dat een deel van de Kamerleden dat zich nu sterk maakt voor de seksuele zelfbeschikking van het dier flink wat stappen verder zou willen gaan. Maar het is waarschijnlijk dat een ander deel zich niet bewust is van de logische consequentie van het strafbaar stellen van seks met dieren. Die is namelijk dat we de rechten van dieren over de hele linie gaan vergelijken met de rechten van mensen. En dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel we vinden, net als bij mensen, het doden erger dan het seksueel misbruiken – en dan zullen we allemaal vegetariër moeten worden. Ofwel we blijven (dieren)vlees eten, maar dan moeten we ook onder mensen verkrachting ernstiger gaan vinden dan moord.

Het onkruid in mijn tuin lijkt vastbesloten zich daar blijvend te vestigen. Zouden planten ook ........?