zondag 31 januari 2016

(Doof)potjescultuur

Gesprekken waarin journalisten met elkaar speculeren over hoe de wereld in elkaar zit, leveren zelden informatieve radio of televisie op – maar dat geldt niet voor het gesprek dat Kees Grimbergen afgelopen maandag (25-01-2016) als presentator van Met het oog op morgen had met Nieuwsuur-onderzoekjournalist Bas Haan. Onderwerp: de mails die Haan boven water had gehaald, en waaruit bleek dat medio 2014 iemand (namens iemand anders) aan iemand opdracht had gegeven om te stoppen met werkzaamheden die waarschijnlijk redelijk snel het befaamde “bonnetje” van de zogenoemde Teeven-deal boven water hadden gekregen.
Heel informatief was het stukje waarin Grimbergen vroeg waarom Haan de namen in die mail had vervangen door XXX1 t.m. XXX3 (“Ik wil die namen weten”) en Haan uitlegde dat dat niet alleen vanuit een oogpunt van bronbescherming was, maar ook omdat het helemaal niet om die namen ging: dit waren niet de mensen die “om politieke redenen” de opdracht hadden gegeven om de zoektocht te staken. “Lees die mail goed”, zei hij nog. En voort ging het gesprek, steeds meer in de richting dat er wel sprake moest zijn geweest van iemand die opdracht had gegeven om niet verder te zoeken naar het bonnetje. De doofpot-hypothese, die al in Nieuwsuur was gepresenteerd en waar de kranten de dagen daarna nog uitgebreid over schreven.

Laat ik voorop stellen: ik weet niet wat er is gebeurd en wie wat heeft gedaan. Maar ik heb wel een alternatieve hypothese, gebaseerd op wat De Haan adviseerde (“goed lezen”), een redelijk lange ervaring in ambtelijke organisaties en enige kennis van de positie van de specifieke organisatie waaruit de mail afkomstig is.

Wat ik, als ik met ambtelijke ogen lees, uit het mailbericht afleid, is allereerst dat het waarschijnlijk een mailtje is van een direct leidinggevende aan een medewerker. Beiden zitten op een plek in de organisatie waar ze weinig contacten hebben met de top van het departement. Die zullen, net zoals voor de meeste ambtenaren op zo’n departement, beperkt blijven tot een handje tijdens de nieuwjaarsreceptie.
Vervolgens denk ik dat de schrijver weinig zicht heeft op wat precies de afwegingen zouden kunnen zijn om al dan niet verder te gaan zoeken, getuige de vage zin “Hiermee is kennelijk voldaan ….”. Hij of zij heeft in elk geval niet het idee dat er een daadwerkelijk politieke of beleidsmatige afweging gemaakt moet worden: er wordt verwezen naar de (directie van) de Directie Financieel Economische Zaken. Dat is weliswaar een iets strategischer club dan de boekhouding (al doen ze die ook) maar zeker niet de plek waar zelfstandig politiek gevoelige besluiten worden genomen.
Wat de schrijver wel heel scherp ziet, is wat voor binnen zijn of haar organisatie van allesbepalend belang is: als er verdergegaan moet worden, dan moeten er uren gemaakt worden en technische voorzieningen getroffen. Dat kost geld, en er moet dus een opdrachtgever zijn die daarvoor betaalt.

En dat klopt. Volgens Nieuwsuur was dit een mail binnen “GDI”, een onderdeel van (Ven)J dat op het moment van schrijven al was opgegaan in het Shared Service Centrum (SSC)-ICT van (o.a.) de ministeries van VenJ en BZK, en formeel vallend onder dat laatste ministerie. Zo’n SSC is een min of meer zelfstandig onderdeel, waarvoor geldt dat het “zijn eigen broek moet ophouden”: alle kosten moeten gedekt zijn door inkomsten. Die inkomsten komen grotendeels uit overeenkomsten voor standaarddienstverlening, en voor alles wat daarbuiten gevraagd wordt, moet een aparte opdracht gegeven worden.

En daar, maar dat is wat meer speculatief, zit misschien ook buiten het SSC een reden waarom niet is doorgezocht. Als je moet betalen, moet je daar geld voor hebben dat niet al een andere bestemming heeft. Een potje, dus. Dat doe je dus alleen maar als er een dringende noodzaak is. Het zou me niet verbazen als, op het ogenblik dat daarover beslist moet worden, op het niveau waar de oorspronkelijke vraag gesteld is (“zou er nog een back-up zijn waarin iets is terug te vinden”) is gedacht (“O, er ligt al een rapport van Van Brummen, dus laat maar”). Niet een besluit / opdracht om dat bonnetje niet te vinden, dus, maar het uitblijven van een opdracht om het wel te vinden.


Wat er uitziet als een doofpotaffaire is dan eigenlijk gewoon een potjes-affaire.

dinsdag 26 januari 2016

Zonder screening geschikt

Het leek even een relletje te worden voor het door een andere storm in een glas water werd achterhaald: Nederlandse ziekenhuizen laten hun archieven digitaliseren door een bedrijf dat via een onderaannemer Belgische gedetineerden blijkt in te schakelen om de dossiers scan-klaar te maken, d.w.z. te ontdoen van nietjes en paperclips. Dat voelt voor sommigen kennelijk niet goed, en een van de ziekenhuizen schreef dan ook: "dat de combinatie van patiĆ«ntendossiers en gedetineerden een ongelukkige is en tot vragen kan leiden". Had het ziekenhuis dit geweten, dan had het mogelijk een ander bedrijf ingeschakeld.

Nu vind ik het op zich prachtig dat gedetineerden nuttig werk doen, maar dit lijkt toch niet handig. Het lijkt in elk geval in strijd met de privacyregels. Die stellen immers dat het personeel van dergelijke bedrijven gescreend moet zijn, en het lijkt me waarschijnlijk dat een detentie in elk geval een aantal jaren tot een negatieve uitkomst van zo’n screening leidt.

Toch denk ik dat er weinig reden is om veel zorgen te hebben over deze gang van zaken. In de praktijk zou de keuze voor (Belgische) gedetineerden vanuit het oogpunt van privacybescherming juist wel eens een heel zinnige kunnen zijn. Even afgezien van de vraag of gedetineerden die op deze wijze kennisnemen van medische gegevens daar ook wat mee kunnen, is de kans dat ze er daadwerkelijk kennis van nemen, nogal klein. Het lukte me (nog) niet om recente cijfers te vinden, maar vrijwel zeker is dat slechts een deel van de gedetineerden het Nederlands machtig is. Belangrijker is echter dat volgens diverse onderzoeken in (andere) Belgische gevangenissen, tussen de 30 en 70% van de gedetineerden (functioneel) analfabeet of laaggeletterd is. Zonder screening geschikt, lijkt me.