Ter gelegenheid van zijn afscheid als premier sprak Mark Rutte het volk toe. Ik vond dat eerst raar. Vervolgens hoopgevend. En daarna deprimerend.
Raar vond ik het omdat zo’n toespraak niet past in het Nederlandse stelsel, waarin de minister-president allesbehalve president is. Hij is primus inter pares onder de ministers, dus dienaar onder de dienaren. Dat hij dat 14 jaar heeft gedaan is in hem te prijzen, al kun je ook vraagtekens plaatsen bij wat hij al dienend tot stand heeft gebracht. Of aangericht, het is maar hoe je het bekijkt. Maar hoe dan ook – het past hem hooguit om daarvoor dank in ontvangst te nemen. Niet om in afwachting daarvan het dankbare volk toe te spreken.
Hoopgevend vond
ik het, toen ik las dat Mark Rutte hiermee een nieuwe richting wilde aangeven. Want
die richting kan er alleen een zijn op weg naar een presidentieel stelsel, weg
van de monarchie. Je kunt immers niet twee mensen hebben die het land
"staatshoofdelijk" toespreken.
Zo’n
aangekondigd afscheid van de monarchie had ik niet echt achter een VVD-er
gezocht, maar zo gek is het natuurlijk ook weer niet. Vrijheid gun je toch ook
de laatsten die nog door geboorte voorbestemd zijn om iets te gaan doen wat ze misschien
uit vrije wil niet zouden kiezen. En democratisch is erfopvolging ook al niet.
Deprimerend werd het toen ik bedacht dat dit wel heel erg past bij Mark Rutte. De man die doet alsof hij het leven neemt zoals het op zijn weg komt, maar die ondertussen die weg wel heel zorgvuldig uitstippelt en voorbereidt. En dan bedenk je: normaal gesproken mag hij maar twee termijnen secretaris-generaal van de NAVO zijn. En hij is nog relatief jong. Dus wat moet hij dan? Ik denk dat hij voorkennis heeft en over acht jaar terugkomt. Als presidentskandidaat. En dat we dan allemaal heel blij zijn, na een half jaar of zo de klucht van Schoof en het drama dat daarna komt.