maandag 16 maart 2015

Ik wil een ander land



Een land waarin je zorgt voor jezelf, geeft om een ander en krijgt wat je verdient. Dat wil onze premier, en je kunt je afvragen: wie niet?
Dit is dan ook niet de politieke keus waar het om gaat. Het echte punt is: hoe vul je dat in, en hoe zorg je ervoor dat dat land ook een land wordt waarin je echt wilt leven.

Zorgen voor jezelf
Betekent dat dat iedereen die daar fysiek en geestelijk toe in staat is, er zelf voor zorgt dat hij of zij een dak boven het hoofd heeft, voldoende te eten, kleding en zo nog wat zaken die echt basaal zijn? En betekent dat dan weer dat we de samenleving zo inrichten dat wie in deze zin voor zichzelf kan zorgen, ook de kans krijgt om dat te doen? Door te werken voor een inkomen, bijvoorbeeld? Of betekent het ieder voor zich en niemand voor ons allen, en ruim baan geven aan wie dit vooral uitlegt als “goed zorgen voor jezelf” – dus jezelf zoveel mogelijk verrijken, omdat het kan, omdat je een dief van je eigen portemonnee zou zijn als je het niet deed etc.
En wat betekent het voor wie er geestelijk of lichamelijk niet toe in staat is? Pech, eigen schuld dikke bult? Of richten we de samenleving zo in dat ieder naar vermogen voor zichzelf kan zorgen, en waar dat vermogen niet voldoende is wordt ondersteund? Tijdelijk of blijvend?

Geven om een ander
Betekent dat geven aan wie te weinig heeft, of aan wie nabij is en op ons lijkt? Betekent het geven in de zin van delen, of in de zin van bevoordelen? Betekent het geven naar vermogen, of naar wat we zelf wel genoeg vinden?
En hoe zorgen we dat ook wiens behoefte niet zichtbaar is, of wie ons niet sympathiek is, voldoende krijgt? Hebben we liever dat we tien personen iets geven terwijl ze het niet echt nodig hebben dan dat we één persoon niet geven terwijl hij of zij het wel nodig heeft? Of draaien we het liever om: beter tien personen ten onrechte niets gegeven, dan één persoon ten onrechte wel?

Krijgen wat je verdient
Natuurlijk. Maar wie stelt dat vast, en hoe? Doet ieder dat zelf, of maken we daar afspreken over?
Kijken we naar ieders bijdrage aan de samenleving of naar wat mensen in een vergelijkbare positie verdienen? Gaan we ervan uit dat ieder zijn bijdrage aan de samenleving helemaal alleen levert, of houden we rekening met wat anderen gedaan hebben om dat mogelijk te maken? Vinden we het verdiend dat sommigen kapitalen erven waarvoor ze nooit iets hebben hoeven doen?

En dan nog iets
Dat land waarin je zorgt voor jezelf, geeft om een ander en krijgt wat je verdient – hoe wil je dat dat er verder uitziet? Wil je dat daar een beetje groen is waar iedereen van kan genieten, of moet iedereen daar zelf maar voor zorgen? Wil je dat iedereen die daar zin in heeft net zo hard kan rijden als zijn auto toelaat, of vind je dat dat wel wat beperkt mag worden vanwege geluidsoverlast, luchtkwaliteit en veiligheid? Wil je dat er een breed aanbod van cultuur en scholing is, of moet dat afhankelijk zijn van individuen ervoor willen betalen of van wat we kunnen uitrekenen dat het opbrengt.

Ik wil een land –een wereld– waarin iedereen zichzelf ten volle kan ontplooien. Waarin iedereen die kan zorgen voor zichzelf dat ook doet, en waarin we gezamenlijk zorgen voor wie dat niet kan. Waarin iedereen geeft naar vermogen en tenminste ontvangt naar behoefte. Waarin ieder krijgt wat hij of zij verdient, maar we ons realiseren dat ook de grootste verdienste mede mogelijk is gemaakt door vele anderen. En ik wil een wereld waarin het ook anderszins prettig leven is.
Ik denk dat wat ik wil, alleen tot stand komt als er partijen daadwerkelijk deelnemen aan het bestuur van het land, de provincies en de gemeenten die de samenleving op heel veel punten net wat anders willen inrichten dan de partij van onze premier. En eerlijk gezegd denk ik dat de partij die daar nog steeds het beste van maakt, de PvdA is. Ondanks alles wat je daarop kunt aanmerken.

zaterdag 14 maart 2015

Boetes zijn geen bron van inkomsten



Afgelopen week voerde de politie actie door alleen nog bekeuringen uit te schrijven voor ernstige overtredingen. Op de radio was, naast blijdschap, ook de opvatting te horen dat dat middel bij de werkgever –de minister, eigenlijk, maar die was net afgetreden– weinig indruk zou maken.

Ik denk dat dat wel meevalt. De opbrengst van boetes en transacties staat namelijk op de begroting van het ministerie van veiligheid en justitie. Dat betekent, dat elke euro die minder binnenkomt, door het ministerie zelf niet kan worden uitgegeven. En dat betekent al gauw, dat bezuinigd moet worden op de uitgaven voor veiligheid, rechtspraak, terrorismebestrijding etc.

Daar kun je verschillend over denken. Maar ik vind al jaren dat het principieel onjuist is om de opbrengst van de handhaving al inkomsten in de rijksbegroting op te voeren, en helemaal om dat te doen op de begroting van het ministerie dat die handhaving uitvoert. En ik heb daar twee redenen voor.

De eerste is, dat dit een perverse prikkel is. Jaren geleden maakte de politiek zich boos om zogenaamde boetequota, die erop neerkwamen dat iedere agent aan het end van het jaar een bepaald aantal boetes uitgeschreven moest hebben (of voor een bepaald bedrag). Dat zou ertoe leiden dat ze zouden gaan “jagen”, en boetes zouden uitschrijven voor kleinigheden die niets met (verkeers)veiligheid of overlast te maken hadden. Die boetequota zijn verdwenen. Maar op de begroting van het ministerie van veiligheid en justitie staat nog steeds dat er bijna 1 miljard binnengehaald moet worden, onder andere via ruim 10 miljoen “boetes” onder het regime voor verkeersovertredingen. Noem dat maar geen boetequotum. 

De tweede is, dat het een paradox inbouwt in de begroting. We willen dat Nederland veiliger wordt, en dat er minder overlast is. Eén van de instrumenten die we daartoe inzetten, is handhaving en bestraffing – om te vergelden, maar ook om “het ze af te leren” en omdat “ze het dan wel uit hun hoofd laten”. Maar stel nu eens dat dat handhaven en bestraffen plotseling daadwerkelijk effectief zou zijn. Als we ons allemaal netjes aan alle regels gingen houden, omdat we bang waren om (nog een keer) een boete te krijgen. Dan zou er al gauw nauwelijks tot niet meer bestraft hoeven worden, en dan zouden de inkomsten uit boetes volkomen opdrogen.

Ik vind dat je de opbrengst van boetes (en transacties, en de hele santemekraam aan financiële sancties die inmiddels is opgetuigd) niet als inkomsten moet begroten. Zie die opbrengst als een –eigenlijk ongewenste– meevaller, die je aan het eind van het jaar toevoegt aan de algemene middelen, of waarmee je de staatsschuld extra aflost. Dat je daarmee de politiebonden een effectief wapen uit handen neemt waarvan de inzet veel Nederlanders blij maakt, moeten we dan maar voor lief nemen.